review 1: Det är omöjligt att inte bli gripen av Enquists livsberättelse. Det är ett mycket bra drag av honom att berätta den i tredje person av just den anledningen. På det sättet skapar han en viss distans mellan sig själv och sin berättelse, vilket känns som att han blir än mer ärlig och skapar ett kritiskt utrymme för att berätta om sitt liv. Men i detta tycker jag att hans liv kommer närmre läsaren eftersom han på ett sätt ger oss det som en gåva att ta emot, då "jaget" har blivit lämnat bakom.Mycket av fokus när boken kom, kom att handla om alkoholmissbruket, enligt vad en vän sa till mig, men även om det var väldigt gripande att följa och ytterst intressant fastnade jag, som teolog, än mer vid hans brottning med tron. Det kan på ett sätt ses som a... morett det kanske inte var mycket av brottningskamp eftersom han lämnade den då han inte upplevde att Jesus någonsin var där. Men samtidigt finns det en genomgående tråd rakt igenom boken (och hans liv?) och det är hur han ska förhålla sig till sin fader (moders?) ord att han ska bliva en kristen. Mitt egna tänkande kring tron var mer hur det kan komma sig att vissa upplever att tron bär en genom livet och andra, som Enquist, upplever att den är tom (sen får han i och för sig något sorts tilltal mot slutet av boken som han inte riktigt vet hur han ska tolka). Det skulle jag vilja göra en studie på, men det blir kanske aldrig av. För upp emot tio år sen, eller längre, läste jag Legionärerna och jag hade under nästan tio års tid mycket svårt för Enquist för att jag ogillade den så skarpt. Sedan gav mig någon "Nedstörtad ängel" att läsa och jag blev totalt fångad av den. Det gjorde att jag även kunde tänka mig att läsa den här boken. Jag är mycket glad att jag gjorde det för nu har jag även fått en förståelse för Legionärerna. När jag läste den hade jag inget av den historiska kontext som den skrevs i och förstod inget av motivation bakom den, att blottlägga en svensk skuldproblematik. Nu kanske jag behöver läsa om den för att se om jag uppskattar den. Men innan det kommer jag definitivt läsa något mer av Enquist, i varje fall igenom åren. review 2: Een ander leven, Per Olov Enquist.Stockholm, kerstavond 2008. Zoals de Zweedse traditie dat vraagt, komt iets voor het avondeten de Kerstman langs. Uit zijn zak haalt hij het zwaarste geschenk dat hij kan vinden en spreekt aarzelend mijn naam uit. Drie minuten later heb ik het gehele leven van Per Olov Enquist in mijn handen. De man zelf nam ik drie maanden eerder nog in de hand, toen hij in Gent over zijn leven kwam vertellen. Of beter: over zijn Een ander leven (2009). Deze roman, de zeventiende van zijn hand, werd dankzij Cora Polet meteen zijn zeventiende werk dat ook in het Nederlands verscheen.De schrijver die erom bekend is zich te bewegen op de grens tussen de waarheid en de leugen, tussen de gedocumenteerde feiten en de dichterlijke vrijheid, schrijft een autobiografie. Het kan een contradictie lijken, maar voelt evenzeer aan als een logisch gevolg. Uit de gesprekken met de auteur in Gent herinner ik mij diens bevestiging van het openlijk oprechte karakter van de roman. Daarnaast herinner ik me zijn haast onschuldig verbaasde blik bij de vraag naar de betekenis van bepaalde terugkerende motieven. Uit de lessen Zweedse letterkunde draag ik een alles overstijgend wantrouwen mee tegen de woorden van een auteur, vooral als die over zijn eigen leven gaan. Enquist werd geboren in 1934 en brak in de jaren 1960 door als schrijver, daarover bestaat in elk geval geen twijfel. Het dorpje waar hij opgroeide heeft sinds kort een website met de trotse titel ‘schrijversdorp Hjoggböle’, die er de aandacht op vestigt dat geen plek in Zweden zo dichtbevolkt is door schrijvers als uitgerekend deze op 64° noorderbreedte gelegen streek met gemiddeld slechts tien inwoners per vierkante kilometer. “Hij krijgt er veel vragen over. Vanwaar die plotselinge dichtheid aan schrijvers? Hij beantwoordt die vragen humoristisch, als een resultaat van inteelt: iedereen trouwde immers binnen een radius van twintig kilometer. Inteelt leidde tot veel dorpsidioten of schrijvers, slecht uit elkaar te houden. […] Je kon er grapjes over maken, dan hoefde je niet na te denken. Of het beeld oproepen van de eindeloze gesprekken bij de kampvuren of in de donkere keukens, een op zijn minst duizendjarige verteltraditie”. In deze roman is er evenwel geen plaats voor een verheerlijking van de Zweedse ‘zingende bossen’, de verteller voegt eraan toe te weten dat geen van beide romantische verklaringen klopt. En toch is dat kleine noordelijke dorp, en dan vooral het groene huis waarin Enquist opgroeide, nooit ver weg in het verhaal.Veeleer dan naar de verklaring voor het aantal schrijvers uit zijn streek, zoekt het hoofdpersonage, dat niet toevallig de naam Per Olov Enquist draagt, naar de verklaring voor zijn eigen ontwikkeling tot ‘dichternatuur’. Waar is die drang om te schrijven ontstaan? “Waarom juist hij? Er is immers verder niemand in zijn familie afhankelijk van dichten.” Hij zoekt het antwoord in zijn jeugd, zelfs nog vóór zijn geboorte. Meerbepaald bij de krankzinnige overgrootmoeder die woorden in de muren kraste, de grootmoeder die doodsberichtjes voor de krant schreef of de grootvader die als eerste voor even het dorp verliet voor een bonttentoonstelling in de meer dan duizend kilometer verderop gelegen hoofdstad. Vanuit de overtuiging dat “bij de opvoeding van het kind wordt bepaald welke vragen het kind moet kunnen beantwoorden, inclusief de antwoorden”, worden de spontane en oprechte, soms hilarische bedenkingen beschreven die het kind maakt bij het katholicisme van de moeder, bij het doodgeboren broertje dat dezelfde naam kreeg als hijzelf en bij de overleden vader, die zijn Weldoener en Reisgenoot doorheen het leven zou worden. Van deze beschrijvingen over zijn leven op de plaatsen waar hij zich bevond toen hij nog niet wist wat er van zijn leven ging worden, gaat een enorm charmante, maar tegelijkertijd ook tragische, kracht uit. Want “als alles zo goed ging, hoe kon het dan zo misgaan?”Wanneer gaat het mis? De drang tot - haast verslaving aan - het schrijven die het hoofdpersonage voelt, wordt herhaaldelijk en op verschillende manieren in verband gebracht met zijn onvermogen om op latere leeftijd te weerstaan aan de lokroep van de fles. Hadden de wijze woorden en smeekbeden van figuren uit zijn jeugd hem niet genoeg gewaarschuwd, had hij het kunnen voorzien? “Hij had de alarmklokken moeten horen.” De observerende onderzoeker, ons bekend uit zo vele vroegere romans van Enquist, wordt nu losgelaten op de eigen levensloop. “Er moet ergens een eenheid zijn, er moest een geheel zijn. Anders werd je gek.” Op zoek naar een verklaring wordt de lezer door de roman geleid, attent gemaakt op mogelijke voortekens, en tegelijkertijd ook wegwijs gemaakt in het gehele leven van de schrijver zelf.Het leven van de schrijver? Als de verteller het over ‘de geschiedenis’ heeft, zelfs over de feiten die werden beschreven in documentaire romans als Geen asiel voor legioensoldaten en Het Record, spreekt hij van “op een leugenachtige manier bijeen gebrachte ware fragmenten”. De uittocht van de muzikanten zou over de werkelijke familie uit het kustland van Västerbotten gaan, maar de schrijver, zo wordt iets later onthuld, “geeft zijn familie roekeloos een andere biografie, of maakt er van twee een; het is een verzinsel, maar toch bijna waar. Hij is immers vrij, hij mag doen wat hij wil.” In deze roman, die zich gelaten autobiografie laat noemen, zijn zodoende expliciete waarschuwingen aanwezig voor diegene die literatuur zonder meer voor waarheid wil aannemen. “Wantrouwen is een deugd, waarheid is altijd een twijfelachtig begrip”; zoals de verteller aangeeft over de memoires van de actrice fru Heiberg, wordt het ook hier “steeds onduidelijker wat waar was, en wat de barmhartige mist van het leven was”. Het waarheidsgehalte is duidelijk ondergeschikt aan de woorden.En toch, “daar, verhuld door de knedende taal, ligt het oogstdomein van de welvaartssamenleving.” Een sociaal-realistische roman moet immers, zo wordt in het verhaal vermeld, “bestaan uit knedende tekstdomeinen in de strijd om de lettertekens”. In de beschreven periode, die uit meer dan zeventig jaren bestaat, gebeurt heel wat in de wereld. Bekende namen en momenten in niet enkel de Zweedse, maar in de hele wereldgeschiedenis, passeren de revue en worden op een uiterst persoonlijke manier becommentarieerd of in verband gebracht met het leven van Per Olov, de hoofdpersoon. Diens veelzijdigheid maakt dit werk zeer dynamisch, zelfs leerrijk. Schandalen in de (inter)nationale politiek worden naast sportschandalen geplaatst, de wereld van de letteren wordt gecontrasteerd met die van het theater. Veeleer dan als een getuigenis over de mogelijke oorzaken van alcoholmisbruik, zou ik deze roman beschrijven als een subjectief alternatief voor de algemeen aanvaarde objectieve geschiedenis. Wie overigens enigszins thuis is in het oeuvre van Enquist zal niet enkel enthousiast reageren op de fragmenten - mogelijke - ontstaansgeschiedenis bij zijn verschillende werken en op de gegeven achtergrond voor de vele terugkerende beelden en motieven, maar ook het eeuwige dualisme in zijn werk beter leren begrijpen. De objectieve onderzoeker en de subjectieve verhalenverteller of de taalkunstenaar vullen elkaar aan en zorgen samen voor de vorm van deze twijfelachtige, doch gedocumenteerde en oprechte biografie. Het hoge synthesegehalte van deze roman impliceert tegelijkertijd ook dat het werk misschien minder naar waarde kan worden geschat door wie niet vertrouwd is met Enquists vroegere werk, met Eeva-Lisa, de vogel voor het raam, de ijskoningin, de hemelharp en zingende telefoondraden.Per Olov Enquist: Een ander leven, Ambo|Anthos uitgevers Amsterdam, 2009, 489 p., ISBN 978 90 414 14168.Vert. van: Ett annat liv. Vertaald door Cora Polet. less